Leraren in het primair- en voortgezet onderwijs ervaren de werkdruk als te hoog

De Radboud Universiteit Nijmegen heeft in opdracht van de Algemene Onderwijsbond (AOb) onderzoek gedaan naar de tijdsbesteding van leraren primair- en voortgezet onderwijs. Hieruit blijkt dat veel leraren de werkdruk als te hoog ervaren. In het rapport beschrijven zij hoe de omstandigheden de afgelopen jaren zijn verslechterd. Zo is onder meer de verhouding tussen het aantal personeelsleden en het aantal leerlingen stapsgewijs verslechterd, iets dat de AOb samenvat als ‘meer doen met minder mensen’.

De belangrijkste inzichten in het onderzoeksrapport zijn:

  • Leraren werken structureel over: hoewel de cao-norm een werkweek van 40 uur in het po en een werkweek van 42,5 uur in het vo voorschrijft, werken leraren respectievelijk gemiddeld 46,9 uur en 45,2 uur per week.
  • Doorwerken in vakanties: zowel in het po als in het vo werken leraren in alle vakanties samen zo’n 20 tot 52 uur door. Dit komt nog bovenop de overuren die leraren maken op wekelijkse basis.
  • Nauwelijks pauze: de pauze wordt vaak in beslag genomen door overleg met collega’s, leerlingen of ouders. Daardoor nemen leraren op een werkdag gemiddeld slechts een kwartiertje pauze.
  • Weinig tijd professionalisering: gemiddeld trekken leraren in het po 1,6 uur en leraren in het vo 1,4 uur uit voor scholingsactiviteiten als cursussen of het bijhouden van vakliteratuur.
  • Contact onderhouden zwaar: zowel in primair- als voortgezet onderwijs wordt het contact met ouders vaak als zwaar ervaren.

Kortom, de onderzoeksresultaten laten het belang zien om de werkdruk voor docenten te verlagen. Revisely hoopt de komende jaren hier nog meer docenten mee te kunnen helpen! 

 

Lees het rapport ‘Tijdsbesteding leraren po en vo’ voor alle onderzoeksresultaten.

 

Bron: Het Onderwijs van Morgen
& de Algemene Onderwijsbond